In deze vierde en laatste aflevering trekken we diep de binnenlanden van Papua in, naar de plek waar Nederland ooit een concentratiekamp runde. Maar we beginnen in Merauke, de meest oostelijke stad van de Indonesische archipel.
____________________________________
Tijdens de soevereiniteitsoverdracht tussen Nederland en Indonesië in 1949 blijft één gebied buiten schot en onder Nederlands gezag: Nieuw-Guinea, het huidige Papua. Een enorme jungle in het uiterste oosten van het eilandenrijk, twaalf keer groter dan Nederland. Pas in 1962, onder internationale druk én op het randje van oorlog, geeft Nederland toe. Ook het laatste stukje kolonie wordt losgelaten.
Papua is altijd een onderbelichte regio geweest. Niet alleen tijdens het Nederlands bewind, maar ook in de afgelopen zestig jaar als onderdeel van de republiek Indonesië. De cultuur, identiteit en bestaansrecht van de oorspronkelijke bevolking staan dan ook al decennialang onder druk.
Vrijwel niemand weet dat Nederland in toenmalig Nieuw-Guinea tussen 1926 en 1942 een waar concentratiekamp runt, aan de oevers van de rivier de Digoel, midden in de jungle. De oprichting van strafkamp Boven-Digoel betekent de geboorte van het dorp Tanahmerah, waar je alleen met een stevige 4x4 of een klein propellervliegtuig kan komen.
De gevangenen van Boven-Digoel zijn communisten en nationalisten die potentieel een gevaar vormen voor het Nederlandse koloniale gezag. Zonder proces worden ze naar deze groene hel verbannen. Malaria is hier een sluipmoordenaar. Koppensnellers bevolken het dichtbegroeide oerwoud. Jezelf wassen kan, in de rivier die wemelt van de krokodillen. Ontsnappen is onmogelijk. Er is geen hoop, er is geen perspectief. Er is slechts de illusie van vrijheid aan het einde van de wereld.
De Nederlandse regering vermomde Boven-Digoel als gewoon Indisch dorp. Maar dat was het niet. Boven-Digoel was óns concentratiekamp.
Credits
Oost-Indisch Doof is een podcast van Jeffrey Buys en Joost Tanasale. De podcast is gemaakt met behulp van Onny Latupeirissa, Abba Bahalwan, Edoardo Mote en Nona Karubun. Voice-overs werden ingesproken door Roger Goudsmit, Tessa Bouwman en Robbert Kooijman. De muziek werd gemaakt door Gijs van Veldhuizen.
In deze derde aflevering komen we na een lange bootreis aan op de adembenemende Banda eilanden. Waar Jan Pieterszoon Coen uit naam van de VOC genocide pleegde.
____________________________________
Het is het jaar 1602. De grootste compagnieën van de Nederlandse republiek bundelen de krachten en vormen de VOC. Het doel? Naar Indië! Om specerijen te halen voor de handel. Die handel is tot dat moment volledig in handen van de Portugezen, een doorn in het oog van de Staten-Generaal. En dus mag alleen de VOC onder de Nederlandse vlag zeehandel drijven. Voor hoge winsten moet het monopolie bemachtigd worden. Met peper lukt dat niet, met kaneel slechts gedeeltelijk. Al snel gaat het vizier op de Molukken - in Ambon en omgeving wordt de kruidnagelproductie dusdanig beperkt en gecontroleerd dat na tientallen jaren inderdaad een monopolie ontstaat.
Nootmuskaat is nóg exclusiever; deze vrucht groeit alleen op een handvol kleine geïsoleerde eilandjes in de Zuid-Molukken: de Banda-eilanden. Maar, Banda is niet makkelijk. Het is een bloeiend handelscentrum in de regio. Een echte melting pot met Chinezen, Arabieren, Portugezen en Engelsen. In Banda geen sultans om voor je koloniale karretje te spannen, maar onafhankelijke koopmannen uit alle windstreken. Na meerdere vruchteloze pogingen van zijn voorgangers is het in 1621 Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Coen die met een vloot richting Banda trekt. Hij heeft een duidelijk plan: Banda onderwerpen, de bevolking tot slaaf maken of afslachten, de leiders onthoofden en het veroverde land verdelen onder VOC-gezinde landeigenaren.
Mannen, vrouwen, kinderen: ze worden verjaagd, vervolgd, ziekgemaakt en uitgehongerd, tot slaaf gemaakt en weggevoerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven. De cijfers zijn ruwe schattingen, maar wanneer Coen en de zijnen klaar zijn op Banda, zijn er van de 15.000 inwoners nog maar 1.000 over. Na jaren van terreur door de VOC is Banda ontvolkt. De nootmuskaat is van Nederland. De VOC groeit uit tot het grootste handelsbedrijf aller tijden ter wereld. Op het hoogtepunt bereikt het een geschatte beurswaarde van 7 triljoen euro. Dat is een 7 met twaalf nullen! Geen wonder dus dat Jan Pieterszoon Coen in de eeuwen erna als held wordt gezien. Gelukkig kijken we daar tegenwoordig op een andere manier op terug, toch?
Credits
Oost-Indisch Doof is een podcast van Jeffrey Buys en Joost Tanasale. De podcast is gemaakt met behulp van Onny Latupeirissa, Abba Bahalwan, Edoardo Mote en Nona Karubun. Voice-overs werden ingesproken door Roger Goudsmit, Tessa Bouwman en Robbert Kooijman. De muziek werd gemaakt door Gijs van Veldhuizen.
In deze tweede aflevering reizen we door naar het eilandje Nusalaut, waar de familienaam Tanasale vandaan komt. En in het dorp Abubu gaan we op zoek naar het geboortehuis van Martha Christina Tiahahu.
____________________________________
Toen de stamvader van de familie Tanasale zo’n 400 jaar geleden voor het eerst voet aan wal zette op het paradijselijke eilandje Nusalaut, hoorde hij alleen het geluid van blaffende honden en kraaiende hanen. Hier was leven!
Nog steeds heeft het eilandje adembenemende stranden, prachtige natuur en… er is geen toerist te bekennen. Een handvol inwoners, verdeeld over zeven kleurrijke dorpjes langs de kust, that’s it. We verblijven in de dorpje Leinitu, gaan op zoek naar de waterbron van de familie Tanasale en bezoeken het VOC-fort Beverwijk. Hier kwam Martha Christina Tiahahu in verzet tegen de Nederlanders.
Ons einddoel op Nusalaut? Het dorpje Abubu, waar we Martha Christina’s nazaten ontmoeten én waar haar standbeeld als een ware beschermvrouwe waakt over het eiland en haar volk.
Credits
Oost-Indisch Doof is een podcast van Jeffrey Buys en Joost Tanasale. De podcast is gemaakt met behulp van Onny Latupeirissa, Abba Bahalwan, Edoardo Mote en Nona Karubun. Voice-overs werden ingesproken door Roger Goudsmit, Tessa Bouwman en Robbert Kooijman. De muziek werd gemaakt door Gijs van Veldhuizen.
In deze eerste aflevering reizen we vanaf de Molukse hoofdstad Ambon naar het eiland Saparua, waar we het spoor volgen van de mythische Molukse verzetsstrijder Kapitan Pattimura.
____________________________________
Het is maart 1951. 900 Molukkers meren na een wekenlange tocht per boot aan in de haven van Rotterdam in het koude Nederland. Het is maar voor even, zo denken ze. Dit is slechts de eerste lichting; uiteindelijk worden in totaal 12.500 Molukkers ondergebracht in woonoorden, waaronder in de kampen Vught en Westerbork. Een paar jaar eerder worden die nog gebruikt als concentratie- en doorvoerkampen door de nazi’s. In de achtergebleven barakken moeten nu de gezinnen wonen van Molukse soldaten van het Koninklijk Nederlands-Indische Leger, het KNIL. Deze KNIL-soldaten krijgen na jarenlange dienst ontslag. De Molukkers zijn een volk zonder land, verdwaald in een vacuüm van geopolitiek en kolonisatie.
Wie naar de Molukken reist, doet eerst Ambon aan. Zo ook wij. Voor Molukkers in Nederland is Ambon een naam vol melancholie. Vanaf het begin van de kolonisatie van de Indische Archipel zijn de Molukken uitermate belangrijk voor de Nederlanders. Hier regeert de VOC bijna 200 jaar met harde hand om het monopolie op de lucratieve kruidnagelhandel te beschermen.
De zoete kruidnagelgeuren, die zijn er nog steeds - maar talloze scooters domineren nu het straatbeeld. Ambon is een echte Aziatische stad, vol nauwe weggetjes, veel verkeer en nooit een moment van stilte. En, er is niet te ontkomen aan het indrukwekkende standbeeld dat vanaf de heuvel over de stad waakt. Het is Martha Christina Tiahahu, een tienermeisje dat in 1817 een opstand tegen de Hollanders leidt op het kleine eilandje Nusalaut. Maar voor we haar verhaal kunnen vertellen, duiken we eerst in dat van Ambon’s grootste verzetsheld: Thomas Matulessy, beter bekend als de heroïsche Kapitan Pattimura.
Credits
Oost-Indisch Doof is een podcast van Jeffrey Buys en Joost Tanasale. De podcast is gemaakt met behulp van Onny Latupeirissa, Abba Bahalwan, Edoardo Mote en Nona Karubun. Voice-overs werden ingesproken door Roger Goudsmit, Tessa Bouwman en Robbert Kooijman. De muziek werd gemaakt door Gijs van Veldhuizen.
Oost-Indisch Doof is een podcast waarin Jeffrey Buys en Joost Tanasale naar Ambon, Banda en Papua reizen. Drie unieke plekken in de voormalige kolonie Nederlands-Indië die een belangrijke rol in onze vaderlandse geschiedenis spelen, maar geen onderdeel zijn van ons collectief geheugen. Vanaf begin september te beluisteren!
Een podcast over grote verhalen, die klein moesten blijven.
Credits
Oost-Indisch Doof is een podcast van Jeffrey Buys en Joost Tanasale. De podcast is gemaakt met behulp van Onny Latupeirissa, Abba Bahalwan, Edoardo Mote en Nona Karubun. Voice-overs werden ingesproken door Roger Goudsmit, Tessa Bouwman en Robbert Kooijman. De muziek werd gemaakt door Gijs van Veldhuizen.