Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder. Een lofpsalm op de levensadem, want zonder lucht kun je niet zingen en kun je niet leven.
Wanneer is een oorlog voorbij? Als de vrede is getekend, is dan alle lijden vergeten? De vreugde van de vrijheid gaat soms hand in hand met de woede van de wraak.
Het contrast tussen dit loflied op de schepping, waar de mensheid achteraan staat en onze wereld lijkt groot. Zijn we het paradijs voor altijd kwijt?
Ken je dat gevoel dat je je in een tussenland bevindt, niet thuis op de plek waar je woont, leven in ballingschap, onzekerheid. Waar hou je je dan aan vast? Waar richt je blik op om te weten welke kant je op wil gaan?
Het leven is niet eerlijk, maar wat doe je eraan? De psalmdichter kijkt naar God en naar wie kijken wij?
“U geeft mensen het voedsel dat ze nodig hebben”. Maar als ik het nieuws kijk, zie ik andere beelden. Hoe erg is het dat je de psalmen vaak niet kunt aannemen?
God en geloof wordt vaak geassocieerd met liefde, met knuffelen en vrede. En dan staat hier dat God de dichter leert om de wapens op te pakken en een mep uit te delen. Hoe zit dat?
De wil van God doen: wie deed dat ten volle? Jezus natuurlijk. In Jezus was God ten volle zichtbaar. Maar de wil van iemand anders doen én niet die van jezelf is alles behalve makkelijk.
Klinkt wat treurig, als God het enige is wat je nog hebt. Waar is de rest? Je partner, je familie, je vrienden, je status? Is het voor jou voorstelbaar dat God hen enige is wat je nog hebt?
Woorden kunnen je opbeuren: een compliment, een warme begroeting, een aanmoediging. maar het kan ook een leven verwoesten: denk aan pesten, aan roddelen en klagen. Woorden zijn zo krachtig; daar heb je God wel bij nodig.
“Bescherm mij tegen de mensen die kwaad doen” dicht David hier. Schurken of schoften, zo kun je dat ook vertalen. Maar helpt dat nou: bidden tegen dat soort types?
Deze korte psalm heeft veel weg van een schietgebedje. Daar zijn wij Nederlanders erg goed in; in schietgebedjes. Een Nederlandse christen bidt gemiddeld zo’n vijf minuten per dag. Mag het wat meer zijn? Of vind je het meer dan genoeg?
“Zijn liefde blijft altijd bestaan”, is de cadans in dit verdere hoopgevende lied over de grote daden van God voor Zijn volk. “Eeuwig duurt Zijn trouw” lees je in eerder vertalingen. Zit daar trouwens een verschil tussen: trouw en liefde?
Dag en nacht God aanbidden en dienen: dat was de taak van een priester. Hoe deden ze dat? Bijvoorbeeld in het holst van de nacht, als er geen kip te bekennen was? Hoe kun je dan nog God vrijmoedig en met liefde dienen?
‘Hoe goed is het als mensen in liefde samenwonen”. Oh? Samenwonen is vaak helemaal niet gemakkelijk, getuige het hoge aantal singles en scheidingen van vandaag de dag. Wat zijn dan de zegeningen van het samenwonen in liefde die de psalmdichter hier bedoelt?
Is dit een psalm over eind goed, al goed? Dat na regen altijd weer zonneschijn te zien is? Ik snap dat je dat denkt, maar hier gebeurt wat anders. Hier laat God zich kennen als Iemand die kan verrassen, kan verbazen.
We zitten midden in de pelgrimsliederen. In Jeruzalem stond de tempel, de woonplaats van God onder de mensen. Daar moest je naartoe, daar wilde je zijn. De pelgrimage stond voor het leven zelf: een gevaarlijke, eenzame reis, maar met een helder doel voor ogen.
Eben - Haezer. heel wat kerken en huizen heten zo. “Tot hier heeft de Heer ons geholpen”. Dus niet altijd? Misschien wel, maar wie achterom kijkt kan het onderzoeken, nalopen. Ben jij vroeger geholpen door God?
De dichter is blij als zijn vrienden hem vragen om mee te gaan naar de tempel. Vergelijk dat met luidende kerkklokken of een moskee-opriep en de reacties zijn vaak anders. Meegaan naar de kerk. Waarom zou je?
Iets duurt te lang. Of te kort. Maar precies goed hoor je vrijwel nooit. In deze pelgrimspsalm gaat het over tijdsbesef. Wanneer vinden we eigenlijk dat iets te kort of te lang duurt? En hoe verhouden onze tijden zich tot de tijden van God?