Na Jan van Os komt Menno van Os in de zaak en we beleven mee hoe er naar het 150-jarig bestaan wordt toegeleefd. We worden door Lennaert Nijgh gefeliciteerd en krijgen lof toegezwaaid zoals hij alleen dat kan beschrijven. Hij herhaalt de woorden van Hack van Os, de broer van Anton: In Nomine Domini Feliciter.
Dit is het laatste hoofdstuk. We hopen dat je er veel plezier aan hebt beleefd.
Namens Astrid Hart, 5e generatie en Sophie van Os, 6e generatie.
Anton krijgt een onderscheiding van De Paus. Dat is niet niks voor een katholiek als hij. Jan van Os, de zoon van Anton, komt zijn vader in de zaak helpen. Hij was officier op de Grote Vaart, maar kwam ervan terug omdat Anton ziek was. Nu blijkt dat Anton van die ziekte zo goed herstelde dat hij maar liefst 93 jaar oud is geworden.
Van der Pigge verkoopt geen 'kapotjes'. Als katholiek wil Anton er niet aan. Dat geeft een grappige anekdote. In 1949 bestaat Van der Pigge 100 jaar.
De bouw van V&D gaat door, Anton van Os begint zijn verzameling gapers. Er komt zelfs een tentoonstelling van, die tijdens de Tweede Wereldoorlog voor wat ontspanning zorgt onder de inwoners van Haarlem. In die tijd was de burgemeester van Haarlem een NSB-er met de naam S.L.A. Plekker. Je begrijpt dat die naam, in combinatie met de gapende koppen voor wat besmuikte hilariteit zorgde.
Anton van Os, ook wel door ons de Onverzettelijke genoemd, verkoopt zijn pand niet aan de zwagers Vroom en Dreesmann. In dit hoofdstuk beleef je mee hoe dat is gegaan. De uitkomst ken je al, maar hoe het precies verliep...?
De tijd van de Eerste Wereldoorlog breekt aan. Hoe is het met de zaak A.J. van der Pigge gegaan in die tijd? In de jaren '20 is het wachtwoord 'modern'. Hoe gaat de familie en het bedrijf om met dat begrip?
'Fin de siècle', de periode tussen 1890 en 1900, roept nostalgische associaties op met een elegante levensstijl. In dit hoofdstuk ontdekken we of dat ook klopt.
Ten tijde van de onthulling van het standbeeld van Laurens Jansz Coster in 1856 wordt ook Anna geboren, de eerste dochter van Antonie en Henriëtte, maar wordt ook de Oude Gracht gedempt. We lezen hoe in 1880 de eerste van Os ten tonele verschijnt, die het hart van Anna verovert.
We zijn in 1851 aanbeland en we mogen meebeleven hoe Antonie verliefd wordt op Henriëtte. Ze stichten een gezin en staan daarmee aan het begin van een lange reeks eigenaren. Inmiddels staat de zesde generatie aan het roer.
Hoe is het beroep drogist ontstaan? In dit hoofdstuk wordt dat uitgelegd aan de hand van de belevenissen van de oprichter van onze drogisterij: Antonie Joannes van der Pigge.
Het is 1849, we volgen Frans, een jongen die in het weeshuis 'Sint Jacobs Godshuis' woont, op weg naar zijn betrekking. Hij werkt bij Drogisterij A.J. van der Pigge en het Haarlem van toen wordt meesterlijk beschreven. 'Een stad als deze kunnen wij ons vanuit onze eigen tijd nauwelijks voorstellen', schrijft Lennaert. En toch gaat de stad zoals het in die tijd geweest is, voor je leven...
In dit voorwoord neemt Lennaert Nijgh je mee naar zijn jeugd, de tijd dat hij grote angst had voor de gaper boven onze voordeur. Hij noemde de kop 'Ridders Rat'. Dit is de opmaat naar de rest van het verhaal.