• Het credo ‘rust, reinheid en regelmaat’ werd in 1905 gelanceerd door een wijkverpleegkundige en groeide tot de mantra van een natie. Toch hebben ‘de drie R’en’ niet alleen een goede naam: ze staan ook symbool voor de betutteling van de jaren vijftig. Ten onrechte, vindt schrijver en journalist Wilma de Rek, die de geschiedenis achter de oude wijsheid onderzocht. ‘We moeten de drie R’en weer herontdekken, maar dan wel op eigentijdse wijze.’
• De geschiedenis van de CPN is er een van idealisme, een gebrek aan werkelijkheidszin en achterdocht tegenover elkaar en Nederland. Het begon met een handjevol aanhangers – waaronder de dichter Herman Gorter – maar algauw bestond de partij uit starre stalinisten. Historicus Rob Hartmans beschreef de partijhistorie in Rode Kameraden. De Nederlandse communisten, 1909-1991. ‘Een boek met veel gevoel voor al te menselijke zwakke eigenschappen,’ aldus recensent Pieter van Os.
• Een klein clubje profeten predikte het evangelie van het neoliberalisme en wist zich dankzij een doordachte aanpak in bestuur en ambtenarij te nestelen, zo blijkt uit het proefschrift De marktconforme verzorgingsstaat van historica Naomi Woltring. Het boek heeft een wat duffe titel, maar de inhoud is een eyeopener. ‘Het volgt van stap tot stap hoe een kleine pressiegroep de macht verovert en bijna alle ambtenaren weet te socialiseren in het neoliberale denken,’ vertelt recensent Bas Kromhout.
Robin te Slaa schuift aan om te vertellen over zijn nieuwe boek De Rapaille Partijen. De historicus schrijft daarin over de Rapaille Partij die in 1921 in de Amsterdamse gemeenteraad kwam, en laat zien dat het antipolitieke sentiment onze democratie al vanaf het begin kenmerkt. De onvrede achter de succesvolle campagne van straatschuimer Had-je-me-maar trekt hij door naar de onvrede waar Geert Wilders nu op inspeelt.
Hij was de uitvoerende arm van Van Heutsz, liet in 1906 talloze vrouwen en kinderen vermoorden op Atjeh, en voldeed in alle opzichten aan het daderprofiel van de loyale militaire koloniaal. Anne-Lot Hoek bespreekt de biografie die historica Vilan van de Loo over de Atjeh-generaal Frits van Daalen schreef.
Thomas Malthus wist eeuwen geleden al zeker dat de aarde overbevolkt was. Honger en armoede sloten verdere groei van de mensheid uit, verkondigde hij. Zijn gedachtengoed lijkt door de klimaatcrisis actueler dan ooit. In Historisch Nieuwblad leest u deze maand een portret van de vader van de bevolkingsbeperking.
Zowel Louise de Coligny als Amalia van Solms waren krachtdadige Oranjevrouwen. De een bewerkstelligde Het Twaalfjarige Bestand tegen de wil van haar oorlogszuchtige stiefzoon Maurits, de ander ging in 1648 tegen de wens van haar zoon Willem II in door bij te dragen aan de Vrede van Münster. Femke Deen en Ineke Huysman vertellen over hun boek Moeders des Vaderlands.
De orgasmekloof, slutshaming en wederzijds consent. Het heette toen niet zo, maar het bestond al in de tijd we de Oudheid herontdekten. Zo blijkt uit Seks in de Renaissance van historica Marlisa den Hartog. Pieter van Os bespreekt het boek over standjes en standpunten.
De Holocaust zit onze kijk op de geschiedenis als een rationeel en begrijpelijk fenomeen voor altijd in de weg, en speelt tot op heden mee als we praten over Israël en Gaza. Wim Berkelaar bespreekt de klassieker Voorbij de verboden drempel. De Shoah in ons geschiedbeeld van Hermann Walter von der Dunk.
‘Dat onderduiken de enige kans was om te overleven, was de eerste horde die genomen moest worden. De eigen wil loslaten was de volgende.’ Michal Citroen vertelt over haar nieuwe boek Een adres. De geschiedenis van de joodse onderduik. Het boek laat maar één conclusie: tegen de polderstroom van dociliteit in kwamen de Joden in verzet door onder te duiken.
‘Al wordt de vogel in de kooi wel verzorgd, en al ziet hij er nog zo goed uit, dat is geenszins wat vrijheid is.’ Aan het woord is een van de tot slaaf gemaakten in Ooggetuigen van de Nederlandse slavernij, waarin de auteurs op zoek zijn gegaan naar de autonome stem van mensen die de Nederlandse slavernij meemaakten. Die stem is te horen in snippers, vertelt Anne-Lot Hoek.
Onlangs overleed Willem Frijhoff op 81-jarige leeftijd. De historicus wilde weten hoe gewone mensen leefden en dachten. Niet de grote mannen, maar de ongeziene mannen en vrouwen waren het onderwerp van zijn zogenoemde integrale geschiedschrijving. Wim Berkelaar blikt terug op Frijhoffs werk en leven.
Engeland en Frankrijk verklaarden Duitsland na de inval in Polen de oorlog. Maar het duurde lang voordat de geallieerden daadwerkelijk in actie kwamen. Zo blijkt uit een artikel in het nieuwste nummer van Historisch Nieuwsblad, vertelt hoofdredacteur Bas Kromhout.
‘Als Trump het wordt, kan de Amerikaanse democratie worden begraven. Maar hij wordt het niet.’ Dat voorspelt historicus en Amerikakenner Frans Verhagen. Hij schreef De Amerikaanse president. De geschiedenis van het machtigste ambt ter wereld en vertelt troostrijk en bezorgd over zijn Amerika.
Toen dwangarbeiders na de Tweede Wereldoorlog terugkeerden uit Duitsland, werden ze dikwijls wantrouwend bejegend. Wat hadden ze eigenlijk te zoeken gehad in nazi-Duitsland? En waren ze misschien uit vrije wil gegaan? Recensent Manon van der Heijden bespreekt het boek Tewerkgesteld. Getuigenissen van de Arbeidseinsatz van Renske Krimp-Schraven.
De succesvolle EO-serie over De Joodse Raad geeft een genuanceerd beeld van de organisatie. In 1983 werd er heel anders tegen de Joodse Raad aangekeken. In zijn afrekeningsboek De Joodse Raad. Het drama van Abraham Asscher en David Cohen oordeelde Hans Knoop genadeloos over de acties van de Joodse Raad. Recensent Wim Berkelaar bespreekt het geruchtmakende boek van Knoop.
Schokland moest in 1859 ontruimd worden omdat het behoud ervan te duur was. De vissersbevolking ´met hunne kwalijke hebbelijkheden´ werd herplaatst. Eva Vriend schreef hun verhaal op invoelende wijze op. ´De geschiedenis van de Schokkers leert dat heimwee naar je verloren cultuur en integratie heel goed samen kunnen gaan.´
Waarom romantiseren wij het eilandleven toch zo? Uit Eilanden van goed en kwaad van Adwin de Kluyver blijkt dat eilanden het slechtste in de mens naar boven halen. Pieter van Os bespreekt het boek.
De Amerikanen geloven werkelijk in het cliché van de cowboy als echte Amerikaan. Hoofdredacteur Bas Kromhout vertelt over de mooiste artikelen in de nieuwste editie van Historisch Nieuwsblad.
Captain of industry Karel van der Mandele was een economisch collaborateur. Toch zat hij na de oorlog in de zuiveringscommissie en had hij veel aanzien. Historica Merel Leeman ontdekte deze foute Rotterdammer als ‘bijvangst’ tijdens haar onderzoek naar het Rotterdams studentenverzet. Ze schreef er het boek De Keien over: ‘De oorlog was voor die jongens een soort ontgroening.’
Graaf de Ferraris zou het tot maarschalk schoppen, maar zijn grootste wapenfeit was een atlas. Deze zogenoemde Ferrariskaart uit 1777 was de eerste landkaart van België. Pieter van Os bespreekt zijn biografie, geschreven door Karen de Coene. ‘Een lekker meanderend boek over een beroepsopportunist, zoals je er toen wel erg veel had aan het hof.’
Het fluïdum, oftewel de levensvloeistof, moest vrijuit kunnen stromen, vond wonderdokter Anton Mesmer eind achttiende eeuw. De blokkades in het lichaam moesten worden opgeheven zodat de kosmische harmonie kon worden hersteld. Mesmers therapeutische evangelie ging een curieus huwelijk aan met de leer van revolutie en opstand. Nelleke Noordervliet schuift aan om te vertellen over de klassieker Het Mesmerisme en het einde van de Verlichting van Robert Darnton. ‘Een boek dat leert dat vaker dan ons lief is charlatans de wereld in beweging brengen.’
Ze zochten het land van Rembrandt, Vermeer en Frans Hals en vonden dat in Volendam. Het vissersdorp was eind negentiende eeuw een exotisch wonder voor buitenlandse schilders die het even verstilde als roerige Zuiderzeeleven wilden vastleggen −van kermis tot gebed. Jan Brokken schreef over het dorp dat hem tot eigen verbazing ontroerde in De ontdekking van Holland.
Alles wat ze dragen kon heet het nieuwe boek van de vermaarde Amerikaanse historica Tiya Miles. Ze beschrijft het verhaal van een tas, of beter gezegd, een zak, die symbool staat voor het stille verzet van een zwarte moeder als haar dochter van negen wordt verkocht. ‘Een aangrijpend boek, dat eigenlijk gaat over de waardigheid die een negentiende-eeuwse tot slaaf gemaakte vrouw zich toe-eigent tegen alle rechteloosheid in,’ aldus Anne-Lot Hoek.
Dat de Britten in de negentiende eeuw aan kunstroof deden is bekend, maar ze deden ook aan mensenroof. Zo kidnapten ze in 1868 het Ethiopisch prinsje Alamayou. De prins is inmiddels al meer dan 100 jaar dood, maar mag nog steeds niet terug naar huis. Zijn stoffelijk overschot moet Brits bezit blijven, zo blijkt uit een verhaal in het nieuwste nummer van Historisch Nieuwsblad.