Alsof je op een terrasje zit en twee vrienden hoort praten over hun favoriete liedjesteksten en gedichten.
Alsof je op een terrasje zit en twee vrienden hoort praten over hun favoriete liedjesteksten en gedichten.
Met ijsvogels in de lucht en, vooral, naast een magnifieke treurwilg kon Maarten niet anders dan kiezen voor zijn eigen gedicht Geval apart. Schaamteloze zelfpromotie? Mogelijks. Maar ook het gedicht met de mooiste zin die hij ooit geschreven heeft. En in die zin: een merkwaardig woord...
Als wij willen vluchten, dan vluchten we naar de bossen van Bel. Naar Olivier bijvoorbeeld, die ons ontvangt aan zijn vijver met mogelijks de mooiste treurwilg die we ooit zagen. Daar kiest Cas voor Misère van Wally. Want die ziet ook soms door de bomen het bos niet meer.
Met twee natte zwembroeken op het houten terras van het ouderlijk huis van Cas bespreken we Zoutelande van BLØF en Geike Arnaert.
Een hit uit 2017 die werd dolgedraaid op de radio waarvan je je kan afvragen: 'heb ik ooit wel eens echt naar de tekst geluisterd?'.
Het blijkt een tekst te zijn over simpele dingen, ontsnappen op vakantie en gedeelde rebellie. Iets waar we onszelf helemaal in herkennen, natuurlijk. U toch ook?
Onder de klokken van de kerk, in het zonnetje en met twee natte zwembroeken spelen Cas en Maarten een autorace met kaarten.
Maarten wint de virtuele race en kiest voor het gedicht Geboden van René Van Gijsegem. Een gedicht dat gaat over die fase tussen slapen en dromen die we allemaal wel kennen.
In zijn eigen tuin en studio kiest Cas voor 'Ooit was ik een soldaat' van Luc De Vos. Een bekende liedjestekst van Gorky waarin op een wondermooie manier kwetsbaarheid en menselijk warmte samenkomen. Maar ook een liedjestekst waar volgens Cas wel eens een dubbele bodem in zou kunnen zitten...
De eerste 'echte' aflevering van Dichterbij. Een muntje van de carwash beslecht het pleit in het voordeel van Maarten. Hij kiest voor een klein gedicht van Ilja Leonard Pfeijffer dat te vinden is op de achterflap van het boek "De Nederlandse poëzie van de twintigste en de eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten" . Maar euhm, een klein gedicht schrijven als intro op een enorm imposante bloemlezing. Hoe doe je dat dan?
Maarten opent zijn rekening met het magnifieke gedicht 'De plek' van Herman De Coninck. Een gedicht dat hij vond naast de kathedraal van Antwerpen en dat volgens hem symbool kan staan voor "er gewoon aan beginnen". Zoals aan deze tweede 'testaflevering' van de podcast bijvoorbeeld.
Cas en Maarten zitten aan de rand van een bos voor een allereerste 'testaflevering' van Dichterbij. Cas wint de blad-steen-schaar en kiest voor Londenbrug van Yong Yello. Een wondermooie liedjestekst over misschien wel de laatste verjaardag in het leven van een alcoholwarme man.