Romeinen 2: 1-11<br>En u, wie u ook bent, met uw oordeel al klaar: u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. Wij weten dat God hen die dergelijke dingen doen terecht veroordeelt. Dacht u soms dat u, die zelf doet wat u in anderen veroordeelt, de straf van God kunt ontlopen? Of veracht u zijn onbegrensde goedheid, geduld en verdraagzaamheid, en weet u niet dat zijn goedheid u tot inkeer wil brengen? Doordat u zo hardleers bent en niet tot inkeer wilt komen, maakt u de straf op de dag van Gods toorn, wanneer Hij zijn rechtvaardig vonnis velt, alleen maar zwaarder. <br><br>God beloont ieder mens naar zijn daden. Aan wie met volharding het goede doet, wie glorie, eer en onsterfelijkheid zoekt, schenkt Hij het eeuwige leven. Maar wie handelt uit geldingsdrang, de waarheid niet eerbiedigt en zich laat leiden door onrecht, straft Hij met zijn toorn en woede. Iedereen die het slechte doet wacht leed en ellende, de Joden in de eerste plaats, maar ook de andere volken. Maar iedereen die het goede doet wacht glorie, eer en vrede, de Joden in de eerste plaats, maar ook de andere volken. Want God maakt geen onderscheid.<br><br><br>Dringende vragen van Jezus
Show more...