
Als Vincent van Gogh in 1885 zijn zojuist gereed gekomen schilderij ‘De Aardappeleters’ naar zijn broer stuurt, voegt hij er een briefje bij. Daaruit blijkt met welke hartstocht hij aan dit schilderij heeft gewerkt. Er zijn ook tal van voorstudies bewaard gebleven. Hij schrijft dat hij zich niet heeft verveeld en verwacht dat het schilderij ook anderen niet zal vervelen. “Omdat ik het geloof, stuur ik het.”
Van Gogh’s briefje is slechts het opstapje naar een gesprek over verveling. Welke functie heeft het? Marc leest een passage voor uit een boek van Fleur Jaeggy dat zich afspeelt in een Zwitserse kostschool. Kinderen van rijke ouders verblijven daar. De dagen gaan voorbij, er lijkt niks noemenswaardig te gebeuren. Is dat ultieme verveling?
Maar brengt verveling ook wat? Marc vertelt een anekdote uit zijn studententijd. Hij bezoekt een bijeenkomst waar hij verwacht dat Leo Vroman zal voordragen. Wat blijkt hij de sheets op de overhead projector voor zijn vrouw Tineke. Zij geeft een prachtige lezing over het belang van iets te hebben in het leven dat niet verveelt.
Referenties: Fleur Jaeggy (2021). De gelukzalige jaren van tucht. Koppernik. Er is een documentaire over Leo en Tineke Vroman te zien: https://www.2doc.nl/speel~VPWON_1220013~leo-en-tineke-vroman-profiel~.html