Julie Bynens is sinds september 2018 secretaris-generaal van het Departement Buitenlandse Zaken. Binnenkort wordt zij SG van het nieuwe fusiedepartement. Door de podcastverhalen heeft Julie een aantal DKB-collega’s wat beter leren kennen, nu dus nog van op afstand.
‘Een van de zaken die ikzelf nu het meeste mis, zijn de gesprekken en contacten los van overlegmomenten. Vroeger liep ik heel vaak rond op de werkvloer en had ik heel vaak van die ‘nu ik u toch zie’- momentjes. Die momentjes mis ik enorm. Dat waren vaak kleine dingen of korte gesprekken waar je dan toch nog iets in kwijt kon, of een vraag kon stellen. Je kreeg ook gewoon mee hoe het met mensen gaat. Die tijd vinden we nu veel minder. In de praktijk proberen we daar wel aandacht voor te hebben, door collega’s veel met elkaar te laten overleggen. Ook aan de grote personeelsvergadering die we onlangs digitaal hebben georganiseerd, hebben we kleine kamertjes gelinkt waarin mensen even informeel met elkaar konden praten.’
All content for Verbonden door verhalen is the property of Departement Kanselarij en Bestuur and is served directly from their servers
with no modification, redirects, or rehosting. The podcast is not affiliated with or endorsed by Podjoint in any way.
Julie Bynens is sinds september 2018 secretaris-generaal van het Departement Buitenlandse Zaken. Binnenkort wordt zij SG van het nieuwe fusiedepartement. Door de podcastverhalen heeft Julie een aantal DKB-collega’s wat beter leren kennen, nu dus nog van op afstand.
‘Een van de zaken die ikzelf nu het meeste mis, zijn de gesprekken en contacten los van overlegmomenten. Vroeger liep ik heel vaak rond op de werkvloer en had ik heel vaak van die ‘nu ik u toch zie’- momentjes. Die momentjes mis ik enorm. Dat waren vaak kleine dingen of korte gesprekken waar je dan toch nog iets in kwijt kon, of een vraag kon stellen. Je kreeg ook gewoon mee hoe het met mensen gaat. Die tijd vinden we nu veel minder. In de praktijk proberen we daar wel aandacht voor te hebben, door collega’s veel met elkaar te laten overleggen. Ook aan de grote personeelsvergadering die we onlangs digitaal hebben georganiseerd, hebben we kleine kamertjes gelinkt waarin mensen even informeel met elkaar konden praten.’
Manu Steens is crisismanager bij het Crisiscentrum Vlaamse overheid. Hij noemt zichzelf een workaholic, maar op een positieve manier: hij ziet zijn werk eigenlijk als zijn hobby, zelfs in coronatijden.
‘Er is veel meer arbeidsvreugde, omdat mensen zelf meer in handen hebben wat ze mogen en kunnen ondernemen. Ik heb nog meer van mijn hobby mijn werk kunnen maken. Het feit dat je kan kiezen naar welke conferenties je gaat, welke vergaderingen je bijwoont, wat je graag wil oppakken, werpt vruchten af omdat je kruisbestuivingen kan creëren. Ik probeer me momenteel niet te focussen op de fusie, omdat de kaarten nog in twee richtingen liggen. Momenteel heb ik er het volste vertrouwen in dat het goed zal zijn waar ik terechtkom, alleen weet ik nog niet precies waar dat zal zijn. Ik hoop wel dat we de uitgestippelde weg van het CCVO verder kunnen uitbouwen.
Verbonden door verhalen
Julie Bynens is sinds september 2018 secretaris-generaal van het Departement Buitenlandse Zaken. Binnenkort wordt zij SG van het nieuwe fusiedepartement. Door de podcastverhalen heeft Julie een aantal DKB-collega’s wat beter leren kennen, nu dus nog van op afstand.
‘Een van de zaken die ikzelf nu het meeste mis, zijn de gesprekken en contacten los van overlegmomenten. Vroeger liep ik heel vaak rond op de werkvloer en had ik heel vaak van die ‘nu ik u toch zie’- momentjes. Die momentjes mis ik enorm. Dat waren vaak kleine dingen of korte gesprekken waar je dan toch nog iets in kwijt kon, of een vraag kon stellen. Je kreeg ook gewoon mee hoe het met mensen gaat. Die tijd vinden we nu veel minder. In de praktijk proberen we daar wel aandacht voor te hebben, door collega’s veel met elkaar te laten overleggen. Ook aan de grote personeelsvergadering die we onlangs digitaal hebben georganiseerd, hebben we kleine kamertjes gelinkt waarin mensen even informeel met elkaar konden praten.’