
Soms brengt het leven je weer samen met iemand die je lang niet hebt gezien, en voelt het alsof er nooit tijd tussen heeft gezeten. Zo was het toen ik mijn neef Boris Kanen opnieuw ontmoette. We groeiden los van elkaar op, maar zijn verbonden door dezelfde opa, een stille aanwezigheid in onze familiegeschiedenis. Ons gesprek voelde als thuiskomen.
Boris is internist-endocrinoloog en dichter. In zijn werk als arts staat hij aan de grens van leven en kwetsbaarheid. Twee werelden die ogenschijnlijk ver uit elkaar liggen, maar bij hem naadloos samenvallen. Hij onderzoekt de menselijke natuur. Letterlijk, in zijn werk als arts, en figuurlijk, in zijn poëzie. Zijn nieuwste bundel, Wondvocht, is een indringende verzameling gedichten waarin heelheid en beschadiging elkaar raken. De woorden laten zien hoe het leven schittert in zijn wrijving en hoe schoonheid en vergankelijkheid in elkaar overvloeien.
Een poëtische beschrijving
van de glans en wrijving
waarin ‘t leven regeert
en op lichaam en geest
in schoonheid verweert.
We spreken met elkaar over de natuur, als plek van rust, maar ook als spiegel van de mens. In Amsterdam vond Boris een thuis tussen het water, maar hij mist soms de bossen uit zijn jeugd, de plek waar gedachten kunnen verstillen. “Wat ís natuur eigenlijk?” vragen we ons af.
Gedachten vormen verhalen, en die verhalen leiden ons soms weg van de kern. Toch zijn taal en woorden voor hem een hulpbron, een manier om zijn binnenwereld in dichtvorm naar buiten te brengen. Poëzie als wondvocht; dat wat schuurt, maar ook heelt.
Boris kijkt met een open, optimistische blik naar het leven. Hij gelooft in de kracht van kwetsbaarheid: zien wat fragiel is, helpt om keuzes te maken die ertoe doen. Mensen die zich onkwetsbaar wanen, leven anders. We spreken over verbinding en zingeving, over hoe taal ons scheidt van de rest van de natuur, maar hoe gedichten en zijn poëzie zintuigelijk geïnitieerd zijn en juist daarom weer een brug kunnen zijn.
Zijn meest intense ervaring met de natuur had hij in Afrika, waar hij écht te gast was in het landschap. De onmetelijke ruimte, de rauwheid, de totale overgave aan het moment, daar had hij al zijn zintuigen nodig om te voelen dat hij leefde. "Afrika laat je niet los," zegt hij.
En zo maakten we samen poëzie, met woorden, herinneringen, verwondering en hier en daar een heerlijke, gulle lach. Wat fijn dat ik mijn neef 'terug heb gevonden' zeg!
Heb je vragen, ideeën, suggesties of wil je graag met me in gesprek?