
Politici antwoorden vaak “koken kost geld” waarmee ze suggereren dat meer subsidies altijd beter zijn. Maar dat is natuurlijk absurd. Zelfs als ze geloven dat een bepaald niveau van subsidies een positief maatschappelijk rendement hebben, moet er ergens een punt zijn waar het genoeg is.
Subsidies dienen ten minste op twee manieren getoetst te worden: bereiken ze het beoogde effect (causaliteit en impact). En ten tweede vormen ze de efficiëntste wijze om dat resultaat te bewerkstelligen? Het is best mogelijk dat het gewenste gedrag ook zonder subsidie was gerealiseerd, of dat de baten van het overheidsoptreden niet opwegen tegen de kostprijs.