In de bluesmuziek was de trein aanvankelijk hęt symbool van de vrijheid. De trein denderde langs de plantages in het zuiden, de trein was een modern, technisch vernuft, de trein bracht avontuurlijke reizigers naar de steden in het noorden en de trein was er om mensen weg te loodsen uit hun armoede, of weg van het ellendige racisme dat hen maar bleef achtervolgen. Maar tijdens de welvarende Roaring Twenties kwam daar verandering in: de auto reed de trein voorbij als symbool van individuele vrijheid en status.
De eerste auto’s werden in de Verenigde Staten al aan het eind van de negentiende eeuw gebouwd. Het centrum van de auto-industrie was de stad Detroit in het Noordoosten van Amerika. En tijdens de jaren twintig van de vorige eeuw bereikte deze auto-industrie een hoogtepunt. Dat succes was helemaal toe te schrijven aan één man: Henry Ford: Ford vereenvoudigde het productieproces, en daarmee zorgde hij er voor dat de auto beschikbaar werd voor het gemene publek. Er werd over Ford heel veel gepraat… en gezongen. In deze aflevering gaan we dan ook op zoek naar bluesnummers die de auto eren: Automobile Blues.
Vind je deze podcast inspirerend en leerrijk? Deel hem dan in jouw netwerk en volg de podcast zodat je geen enkele nieuwe aflevering mist. En een review is ook altijd fijn 😉
Nieuwsgierig naar meer? Volg me op Facebook, Instagram of Twitter. Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief op www.Nassara.be. Of bezoek www.souloftheblues.be