
De Nederlandse taal is rijk aan Duitse begrippen zoals ‘überhaupt’, ‘einzelgänger’ of ‘fingerspitzengefühl’. Ook begrippen uit de Duitse voetbalwereld zijn welbekend, zoals ‘schwalbe’ of ‘gegenpressing’. Maar wat is er zo lelijk aan een ‘Blutgrätsche’, zo heerlijk aan ‘lupfen’ en zo pijnlijk aan het ‘Wembley-Tor’? En waarom is ‘reinmüllern’ een zeer belangrijke voetbalkwaliteit?
Meer info: https://youtu.be/xzQCXQa6ZFI?si=Cd7P8wyoPsU_I2jU