
Veel wetenschappers betogen dat onvoorwaardelijke liefde een illusie is. Voor hen zijn in essentie alle daden van liefde intrinsiek egoïstisch gemotiveerd, of hooguit soortgedreven. Maar toch moet je wel een grote misantroop zijn om te stellen dat liefde ophoudt bij geslachtsgemeenschap, of bij de zorg voor je kinderen, alleen maar om je eigen genenpakketje door te kunnen geven. Je geeft niet altijd iets om er zelf iets voor terug te krijgen. Het meest zuivere kenmerk van de liefde is juist dat ze onbaatzuchtig is. Er is pas sprake van ware liefde als je van iemand houdt, ongeacht de voorwaarden, ongeacht de consequenties. Pas als we onvoorwaardelijk liefhebben, hebben we écht lief. De rest wordt voor lief genomen.