Anton en Babette zijn arme kinderen die in de bergen wonen en graag Halloween willen vieren. Wanneer hun zelfgemaakte pompoen tot leven komt en wegrent, achtervolgen ze hem naar een magisch ondergronds bos waar alle groenten uit de moestuin aan het feesten zijn. Ze beleven een wonderlijk Halloween-avontuur met dansende groenten, vliegende heksen en glimwormen als verlichting.

Als beloning voor het vrijlaten van een aardappel krijgen ze twee zakken met goud die nooit leegraken, en een heks brengt hen op haar bezemsteel naar huis met haar zwarte kat. Het gezin wordt rijk dankzij het magische goud, en Anton en Babette keren elk jaar terug naar het Halloween-feest in het bos.